Zondag 15 april 2018: om 8u30 bleken slechts 6 De Roeves over A benen te beschikken. Erik liet zich niet pramen en koos resoluut voor een stuk van de Van Petegem Classic. Verder op het startblad: kampioen Steven, sterke Kenny, peetvaders Filip en ondergetekende Bart en nieuwkomer (althans voor mij) Joris.

Al vlug had zelfs Kenny door dat de blauwe pijlen moesten gevolgd worden, in tegenstelling tot vorige week miste hij geen enkele afslag. De kampioen deed veel kopwerk tot kilometer 60, punt waarop als naar gewoonte zijn motor sputtert. Op de Potterée kreeg hij nog de wenk mee wat meer kilometers te trainen, waarop hij prompt doch solo reageerde door er nog 90 km aan te breien (toch volgens Strava). Onze tractor, tank, “tze pantzer”, Harley of hoe Kenny ook mag genoemd worden beukte er als naar gewoonte ferm op los, zo ferm dat hij op de Varent de man met hamer niet had gezien. Hij kreeg daar een (honger?)klopje dat hij niet meer zou te boven komen, tenzij een goed uur later op het terras.

Verder met vier dan maar. Kortgeblokte gespierde Joris, niet zoveel letters verschil met Jerom, draaide als een koffiemolen, op een verzetje waar zelfs een hele koffiebranderij niet tegenop kan. Ik dacht voortdurend dat hij zichzelf zou katapulteren over zijn stuur, of op de Haaghoek dat zijn benen er zouden afdraaien op het gebonk van de kasseien. Maar nee, die jongen kan meer elektriek maken dan een windmolenpark.

Integendeel begot, op de Langendries draaide hij zo mogelijk nog sneller met zijn beentjes toen Erik versnelde, de Flip erachter, en den dezen had 50 meter aan zijn broek voor hij het wist. “Daar gaan ze” zong ik in mijn hoofd, maar net op dat ogenblik achtte Erik de tijd gekomen om van het parkoers af te gaan en richting Markt Geraardsbergen te fietsen. Gered door de gong!

Het varkentje Sint-Martens-Lierde – Geraardsbergen werd nog in ijltempo gewassen, zodat we om stipt 11u30 een drankje bestelden bij Geertrui op de Markt. Waarop Trui kwansuis opmerkte dat we op het verkeerde terras zaten daarvoor. Dan maar besteld bij Anita. Intussen hadden we Kenny mobieltjesgewijs getraceerd en dra zat hij er ook eentje mee te drinken. Van de kampioen geen spoor, wisten wij veel dat hij effectief aan het bijtrainen was. De B’s waren niet tot op de Markt geraakt maar blijkbaar al in de Velina van hun fiets gevallen. We haalden oude anekdotes en moppen op (nee André, die van de nageltjes blijft enkel en alleen voor jou), we legden contacten met de omstaande marktkramers waarbij onze fietsen bijna tweedehands versjacherd werden.

Maar waar zijn alle andere A’s?Ze zijn toch niet allemaal in het sub (soep) kermiscircuit verzeild geraakt? Het kan toch niet zijn dat drie oude krakers het vaandel hoog moeten houden? Hopelijk zijn we volgende week toch weeral met zeven! En Steven mee tot 70 – Sorry Steven, in cursiefjes is er altijd iemand de pineut J. Toch bedankt voor telkens weer dat vele kopwerk in de aanvangsfase.

 

Auteur: Bart Meganck